De Friese familie Van Sluis stamt af van een zekere Eeltje Martens. De toevoeging Martens was een patroniem en geen achternaam. In het jaar 1811 nam Eeltje te Heeg de familienaam Van Sluis aan. Onder de titel “De afstammelingen van Eeltje Martens van Sluis” verscheen de stamboom van deze Friese familie Van Sluis in het “Genealogysk Jierboekje 1987”, pagina 104-124. Deze was samengesteld door Jacob van Sluis.

Nu, meer dan dertig jaar later, is het tijd voor nieuw onderzoek om de gegevens aan te vullen. Wij, Jacob van Sluis en Maartje van Sluis-Poortstra, gaan opnieuw archiefonderzoek doen nu er meer bronnen beschikbaar zijn. Ook zullen we de contacten met de familie vernieuwen om aanvullende gegevens te verkrijgen. We streven naar een publicatie op deze website en naar een nieuw boek over de Friese familie Van Sluis. Bij dit alles zullen we rekening houden met ieders privacy. Gegevens die reeds in het publieke domein zijn vrijgegeven worden uiteraard vermeld. Op deze website zullen geen gegevens over nog levende personen gepubliceerd worden. Voor het boek houden we een ruimer criterium aan: we nemen ook die gegevens op waarvoor door de familieleden zelf toestemming is gegeven.

Bij dit stamboomonderzoek komt de opgedane onderzoekservaring van ons beiden goed van pas. Jacob heeft na zijn stamboomonderzoek veel ervaring opgedaan met archiefonderzoek voor diverse wetenschappelijke publicaties. Maartje houdt zich sinds 2002 bezig met stamboomonderzoek naar de families Poortstra, Stellingwerf, Van Dijk en Norder. In de afgelopen jaren zijn over deze families boeken verschenen. Sinds 2017 richt haar onderzoek zich voornamelijk op de families Van Sluis en De Vries.

De takken van de familie

Jetze van Sluis (1868-1902, tak A)
De afstammelingen van Eeltje Martens van Sluis zijn vanaf de vierde generatie te verdelen over drie takken.

Tak A is het langst in Heeg gebleven, tot ca 1900. De meeste leden van deze tak zijn toen naar Oost-Groningen vertrokken. De stamvader van deze tak is Hendrik Martens van Sluis (1829-1911). Veel voorkomende namen in deze tak zijn: Hendrik (Henk), Jetske, Andries en Marten.

De stamvaders van de takken B en C waren broers en gingen met hun moeder in het voorjaar van 1836 naar Achlum. Tak B bleef lang in de omgeving van Achlum wonen en enkele leden van de familie wonen daar nog steeds.

De stamvader van tak B is Douwe Rientzes van Sluis (1835-1908). In deze tak komen de volgende namen vaak voor: Douwe, Rients, Bauke en Jan.

Tak C kwam in Franeker terecht en woont daar gedeeltelijk nog. De stamvader van tak C is Rients Rientzes van Sluis (1836-1897). De meest voorkomende namen in tak C zijn: Rients, Cornelis, Saakje en Oepke.

Vanaf de zesde generatie hebben leden van de takken B en C zich over het hele land verspreid. Ze wonen echter voornamelijk in Noord-Holland.